In het Sectoroverleg Rijk onderhandelt de overheid als werkgever met de Centrales van Overheidspersoneel over de onderwerpen van algemeen belang voor de rechtstoestand van de werknemers die vallen onder de werkingssfeer van de Cao Rijk. Het overleg gaat onder andere over de arbeidsvoorwaarden voor het Rijkspersoneel, .(regels van) personeelsbeleid, het vastleggen, wijzigen of intrekken van collectieve afspraken. Zie hoofdstuk 26 van de Cao Rijk, overleg tussen vakbonden en werkgever, § 26,1.

Geschillen over de juiste toepassing van de cao Rijk worden ter beoordeling voorgelegd aan de door cao partijen ingestelde interpretatiecommissie.

Voor de overige ontstane geschillen in het SOR kunnen partijen een beroep doen op de AAC. Het betreft dan dus geschillen op het terrein van collectieve arbeidsvoorwaarden over andere onderwerpen dan de juiste toepassing van de cao-afspraken.

De AAC kan ook worden benaderd bij geschillen die zich binnen de sector Rijk voordoen in het zgn. departementaal georganiseerd overleg (DGO), waarin het gaat over voor dat departement specifieke collectieve afspraken over onderwerpen die niet in de cao zijn geregeld. Het gaat dan om collectieve afspraken in aanvulling op of in afwijking van de Cao Rijk (mits mogelijk). Bij de behandeling van een geschil dat zich voordoet in een departementaal georganiseerd overleg worden aan de commissie twee bijzondere leden toegevoegd. Zij worden aangewezen door partijen in dat departementale overleg.

De AAC kan verder worden geraadpleegd bij geschillen die zich voordoen in het arbeidsvoorwaardenoverleg in de sector Defensie (SOD) en in de sector Politie (CGOP). In deze overleggen onderhandelt de overheid als werkgever met de Centrales van Overheidspersoneel over de arbeidsvoorwaarden in deze specifieke sectoren. De AAC is zowel opgenomen in het Besluit Georganiseerd Overleg Sector Defensie als in het Besluit Overleg en Medezeggenschap Politie.

In de sector Defensie bestaat de taak van de AAC uit het adviseren of arbitreren met betrekking tot geschillen over aangelegenheden die uitsluitend de rechtstoestand van militaire respectievelijk andere ambtenaren werkzaam bij Defensie betreffen. Het gaat hier over de rechtspositie van ambtenaren die vallen onder de werkingssfeer van het AMAR of het BARD. Geschillen kunnen daarnaast betrekking hebben op de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid voor deze ambtenaren wordt uitgevoerd.

Ten behoeve van de sector Politie is de taak van de AAC op vergelijkbare wijze geformuleerd als bij Defensie, te weten het adviseren of arbitreren ten aanzien van geschillen over aangelegenheden uitsluitend de rechtstoestand van politieambtenaren, met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid zal worden uitgevoerd

De commissie wordt bij de behandeling van een geschil in de sector Politie uitgebreid met twee bijzondere leden, die worden aangewezen door partijen in deze sector.

Een geschil kan ter advisering worden voorgelegd door één partij of enkele partijen in het overleg, of door alle partijen tezamen. Een verzoek tot arbitrage moet door alle partijen gezamenlijk worden ingediend.

In bijlage 16 van de Cao Rijk wordt de procedure geschetst die bij het aanvragen van advies of arbitrage gevolgd moet worden. Hierin worden diverse termijnen genoemd. Dit zijn termijnen van orde. Anders dan bij strikt juridische procedures zal het overschrijden van een van de genoemde termijnen niet leiden tot het niet ontvankelijk verklaren van een verzoek om advies of arbitrage. Dit zou ook niet passen bij de geest van de advies- en de arbitrageregeling, die bedoeld is als sluitstukregeling, om aan het slot van het arbeidsvoorwaardenoverleg bij de overheid een bijzondere procedure te realiseren, wanneer het overleg niet tot overeenstemming heeft geleid.

Het inschakelen van de AAC begint wanneer de voorzitter van het overleg, of één (of meer) van de tot het overleg toegelaten Centrales, in het overleg de mededeling doet dat het overleg niet tot overeenstemming zal leiden. Binnen drie dagen na deze mededeling moeten de overige deelnemers aan het overleg hiervan schriftelijk op de hoogte worden gebracht. Daarnaast moet de voorzitter van het overleg binnen vijf dagen na deze mededeling een nieuwe overlegvergadering uitschrijven. In die vergadering moet worden besloten of de onderhandelingen worden voortgezet dan wel worden gestaakt, of dat een oplossing zal worden gezocht door het geschil voor advies of arbitrage voor te leggen aan de AAC. Indien het laatste het geval is moet worden vastgesteld wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is dat aan de AAC voorgelegd zal worden. Gaat het om een adviesaanvraag, en bereiken partijen geen overeenstemming over het onderwerp en de inhoud van het geschil, dan dienen beide opvattingen separaat te worden toegezonden aan de AAC.

De AAC brengt in principe binnen vier weken na ontvangst van het verzoek advies uit dan wel doet een bindende arbitrale uitspraak. Binnen twee weken daarna dienen partijen de onderhandelingen voort te zetten.